TYPE NESTKASTEN

De opgegeven maten van de nestkasten zijn steeds de binnenmaten. De opgegeven hoogten van de kast zijn de hoogten van de zijde met het invlieggat, met uitzondering van de typische boomkruiperkasten, dus de voorzijde. Wie het dak een lichte helling wil geven voor een betere afwatering, neemt de hoogte van de rug iets groter en de zijwanden past men telkens er op aan. Met uitzondering voor de minikast, de selectieve kast en de superselectieve kast, kan eventueel lichtjes van de maten worden afgeweken als dit voordeliger uitkomt voor het door u gebruikte bouwmateriaal, met dien verstande dat de maten van het vlieggat gerespecteerd worden. Voor de duurzaamheid van de kast beschermt men het dak, eventueel ook de rug tegen regenwater. Dit kan men het best met asfaltpapier of beter nog menuiseriet. NOOIT HET HOUT VERDUURZAMEN MET CARBOLINEUM ! Ook de kast niet verven, hoogstens aan de buitenkant voorzien van een laagje buitenbeits. Voor de gezondheid van de bewoners is het beslist noodzakelijk dat het hout aan de binnenkant van de kast naakt en bloot blijft zodat het eventueel vocht kan opnemen. Om te voorkomen dat het vlieggat wordt vergroot brengt men er een metalen of zinken plaatje rond aan.

SUPER SELECTIEVE KAST
Bodem: 6 x 6 cm. Hoogte: 10 cm. Vlieggat: 28 mm. Vlieggat 5 cm boven de bodem aanbrengen. Zeer geschikte kast voor matkopmees en glanskopmees en ook winterkoning. Ringmus en huismus bezetten deze kast niet.

MINIKAST

Bodem: 7 x 7 cm. Hoogte 15 cm. Vlieggat 28 mm op 9 cm boven de bodem.
Wordt in gebruik genomen door kuifmees, zwarte mees, glanskopmees, matkopmees, pimpelmees en in minder mate door de bonte vliegenvanger en koolmees. Huismus en ringmus bezetten deze kast eerder zelden. Geschikte kast om in tuinen, parken en bossen te hangen.

SELECTIEVE KAST

Bodem 10 x 10 cm. Hoogte 16 cm. Vlieggat 28 mm op 10 cm boven de bodem.
Wordt in gebruik genomen door de kuifmees, zwarte mees, matkopmees, glanskopmees, bonte vliegenvanger, withals vliegenvanger en in minder mate door koolmees en ringmus. Zeer geschikte kast voor dennenbos, loofbos en park.

STANDAARDKAST

Bodem 15 x 15 cm. Hoogte 25 cm. Vlieggat 30 mm op 17 cm boven de bodem.
Wordt in gebruik genomen door alle mezensoorten, bonte vliegenvanger, withals vliegenvanger, gekraagde roodstaart, ringmus en ook huismus. Ideale kast als men aan geen selectie moet doen. Even goed geschikt voor aan huis, tuin park en bossen.

PIMPELMEZENKAST

Bodem 9 x 12 cm. Hoogte 22 cm. Vlieggat 26 mm boven de bodem.
Wordt in gebruik genomen door pimpelmees, matkopmees, glanskopmees, zwarte mees en kuifmees.
Weert huismus, ringmus en koolmees omwille van het kleine vlieggat.

KOOLMEZENKAST

Bodem 2O x 2O cm. Hoogte 25 cm. Vlieggat 30 mm op 18 cm boven de bodem. Wordt in gebruik genomen door alle mezensoorten, gekraagde roodstaart, ringmus en huismus. Rond de woningen waar de huismus kan domineren is deze kast minder geschikt.

SPREEUWENKAST

Bodem 2O x 2O cm. Hoogte 28 cm. Vlieggat 42 mm op 2O cm boven de bodem.
Door de grootte en het ruime vlieggat een typische spreeuwenkast die met twee tot drie in groep opgehangen, graag door hen gebruikt worden. Uiterst geschikt in dreven of bomenrijen uitgevend op een weidelandschap, ook voor aan de woning. Spreeuwen broeden graag in los kolonieverband.

COMBINATIE SPREEUWENKAST DRIE IN EEN

Bodem 47 x 15 cm, verdeeld in drie kamers van 15 x 15 cm hoogte 28 cm, vlieggat 42 mm op 20 cm van de bodem.
Middenkast vlieggat vooraan, zijkasten vlieggat in zijwand. Zeer geschikte kast voor grote agglomeraties, steden, gemeenten en dorpen. Kasten ophangen aan gevels van woningen, spreeuwen leven graag in groepsverband.

BOOMKRUIPERSKAST

Bodem 10 x 14 cm, hoogte 22 cm. Vlieggat: verticale spleet van 7 x 3 cm op 7 cm boven de bodem, aan te brengen aan de achterkant van zijwand of op de rug naast de ophanglat. Wordt gebruikt door boomkruiper, boomklever en omwille van de grote ingang ook wel door de gekraagde roodstaart. Ook de mezensoorten durven deze kast wel eens in beslag nemen, spreeuwen mijden deze kast.

SELECTIEVE BOOMKRUIPERKAST

Bodem 10 x 14 cm hoogte 22 cm. Vlieggat: verticale spleet van 7 x3 cm op 7 cm boven de bodem in zijwand of op de rug naast de ophanglat. De bodem is hier een traliebodem gemaakt van metaaldraden van 1 mm, 8 mm uit elkaar of van traliedraad met mazen van 10 x 10 mm.Het spreekt vanzelf dat bij een kast gemaakt met een traliewerkbodem de rug en zijwanden een paar centimeter onder de bodem moeten uitsteken.
Buiten voor de boomkruiper is de kast ook geschikt voor de boomklever, de traliebodem draagt wel het nestmateriaal daar het respectievelijk bestaat uit stukjes schors en worteltjes, schors en dode bladeren, doch niet dit van mezensoorten daar het bestaat uit mos en haartjes.

BOOMKRUIPERKAST DRIEHOEKMODEL

Bodem 3 x 15 cm dak 15 x 15 cm hoogte 22 cm. Rug en voorwand boven 13 cm onder 3 cm. Vlieggat: een verticale spleet in zijwand of op de rug van 7 x 3 cm op 10 cm boven de bodem. Men kan ook de bodem met traliewerk maken, omwille van de smalle bodem niet zo gegeerd door andere holenbroeders en bijgevolg een eerder uiterst selectieve kast voor de boomkruiper.

VLIEGENVANGERKAST TYPE 1

Bodem 15 x 15 cm hoogte 12 cm vlieggat, voorwand half open slechts 6 cm hoog boven. Wordt in gebruik genomen door de grauwe vliegenvanger, gekraagde roodstaart, zwarte roodstaart en ook wel een enkele maal door de witte kwikstaart en het roodborstje.Deze kast is een halfholenbroederskast.

VLIEGENVANGERKAST TYPE 2

Bodem 12 x 17 cm hoogte 12 cm vlieggat, voorwand half open, dus slechts 6 cm hoog. Zijwanden aan de voorkant bovenaan 6 cm hoog en 6 cm diep uitgesneden. Wordt in gebruik genomen door grauwe vliegenvanger, gekraagde roodstaart, zwarte roodstaart, witte kwikstaart en soms ook wel eens door roodborst en winterkoning. Ook de huismus en de ringmus durven deze kast wel eens bezigen. Indien geen overlast van de mussensoorten, zeer geschikte kast rond de woning en in de tuin.

ROODSTAARTENKAST

Bodem 12x15 cm. Hoogte 25 cm. Vlieggat 45 mm., op 16 cm. boven de bodem. Wordt in gebruik genomen door gekraagde roodstaart, zwarte roodstaart, bonte vliegenvanger en spreeuw. Het grote vlieggat is nuttig bij het paringsspel van de gekraagde roodstaart. Biedt  bij in gebruik in dennenbossen grote verstoringskans door de wel eens eilustende eekhoorn.

SELECTIEVE GEKRAAGDE ROODSTAARTKAST

Bodem 10 x 14 cm. Hoogte 22 cm. Vlieggat een horizontale spleet van 3 x 10 cm. in voorwand op 8 cm. boven de bodem, in zijwand een verticale spleet van 7 x 3 cm. op 14 cm. boven de bodem. Omwille van het grote vlieggat zeer in trek bij gekraagde roodstaart, maar ook de boomkruiper maakt gebruik van deze kast. Spreeuwen mijden deze kast, wellicht omwille van  de 2 vlieggaten.

GIERZWALUWENKAST

Bodem 22 x 26 cm. Hoogte 12 cm. Vlieggat een horizontale spleet van 9 x 3 cm., op 7 cm. boven de bodem en aan een kant op 3 cm. van de zijwand. Kast hoog ophangen aan woningen of gebouwen, liefst vlak onder de dakgoot of dakrand.  

COMBINATIEKAST VOOR GIERZWALUW

Bodem 80 x 22 cm., verdeeld in drie kamers van 22 x 26 cm. Vlieggat 9 x 3 cm. als een horizontale spleet op 3 cm. van de zijwand, telkens aan dezelfde kant 7 cm. boven de bodem. Gierzwaluwen leven in groepsverband of kleine kolonies. Kast hoog ophangen aan woning of gebouwen bij voorkeur vlak onder de dakgoot of dicht bij de dakrand.

KLEINE SPECHTENKAST

Bodem 14 x 14 cm. Hoogte 30 cm, vlieggat 50 mm op 20 cm boven de bodem. Rond het vlieggat een verdikking, dubbele plank aanbrengen aan binnenkant. Bodem lichtjes uithollen om ze ten dienste te stellen van de spechten. Spreeuwen en ook wel andere holenbroeders maken van  deze kast wel eens gebruik. Spechten nemen maar moeilijk intrek in nestkasten, daar ze in de broedbiologie zelf hun holen hakken, maar ervaring heeft ons toch wel geleerd dat ze tijdens de winter nestkasten wel eens gebruiken als slaaphol. Worden ze in de praktijk nog eerder zelden gebezigd om er in te broeden, dan zijn ze toch nuttig als slaaphol.

GROTE SPREEUWENKAST – KAUWKENSKAST

Bodem 14 x 17 cm. Hoogte 50 cm. Vlieggat 60 mm, op 38 cm boven de bodem. Bodem lichtjes uithollen naar het midden toe. Spechten bezigen geen nestmateriaal. Deze kast is niet alleen van dienst voor de groene specht maar ook erg nuttig voor de kauw. Voorzien wij deze kast van een ovaal vlieggat van 60 op 100 mm dan kan ze ook nog dienst doen voor de zwarte specht.  

HOLENDUIVENKAST

Bodem 35 x 35 cm. Hoogte 45 cm. Vlieggat 150 mm. Op 25 cm. boven de bodem. Naast holenduif ook wel gebezigd door de kauw.

STEENUILENKAST

Bodem 70 x 20 cm. Hoogte 20cm. Vlieggat 70 mm op 11 cm boven de bodem. Kast in lengte horizontaal ophangen onder een tak.
Op de bodem turfstrooisel aanbrengen.

STEENUILENKAST-TWEEKAMERSKAST

Bodem 70 x 20 cm. Hoogte 20 cm. Vlieggat op 11 cm. van de bodem aan de voorzijde van zijkant 70 x 7O mm groot. Een tussenschot met een vliegopening van 70 mm plaats zodat wij  een voorkamer krijgen van 20 x 25 cm. terwijl de nestkamer dan nog 46 cm. lang is. Kast in de lengte horizontaal ophangen onder een tak. In de nestkamer een weinig turfstrooisel aanbrengen.

BOSUILENKAST

Bodem 35 x  35 cm. Hoogte 55 cm. Vlieggat 150 mm op 30 cm. boven de bodem. Bodem lichtjes uithollen. Kast hoog ophangen tegen boom op terrein afwisselend met loofbomen en weiland of aan een bosrand.

BOSUILENKAST-TWEEKAMERSKAST

Bodem 55 x 35 cm. Hoogte 45 cm. Vlieggat 15 x 15 cm. bovenaan voorzien. Tussenschot met een vlieggat van eveneens 15 cm op 25 cm boven de bodem zodat men een voorkamer krijgt van 19 x 35 cm. en een nestkamer van 35 x 35 cm. Turfstrooisel aanbrengen op de bodem.

KERKUILENKAST

Bodem 40 x 65 cm. Hoogte 40 cm. Vlieggat 20 x 20 cm. bovenaan aan te brengen in voorwand. Turfstrooisel op de bodem. Kast te plaatsen in de schuren of op zolders. Ook na te zien of  de vogels wel toegang hebben tot deze plaatsen en dakramen of openingen niet zijn afgesloten met gaas.

KERKUILENKAST-TWEEKAMERSKAST

Bodem 40 x 65 cm. Hoogte 40 cm. Vlieggat 15 x 15 cm  in bovenhoek van de voorwand. Tussenschot 20 cm. hoog op 25 cm. van het vlieggat zodat de nestkamer (achteraan)  40 x 40 cm. groot is. Turfstrooisel op de bodem. Kast te plaatsen in schuren of op zolders bij voorkeur in oude gebouwen.

VALKENKAST

Bodem 35 x 50 cm. Hoogte 35 cm. Voorwand 15 cm. hoog. Voor het invlieggat bovenaan de voorwand een afgeronde lat aanbrengen, waar de vogel bij het binnenkomen zich aan vast klampt. Op de bodem een laag dennennaalden aanbrengen. Kast hoog uithangen in een boom men een vrij uitzicht. Valken hebben een territorium nodig dat verscheidene tientallen hectaren groot is, bijgevolg niet te veel kasten ophangen.  

WATERSPREEUWENKAST TYPE 1

Bodem 25 x 25 cm. Dak 25 x 40 cm. Zijwanden 25 x 40 cm. Voor en achterwand 25 x 25 cm. Het invlieggat is dus de verkorte bodem. Ophangen onder bruggen of uitstekende rotsgedeelten boven het water.

WATERSPREEUWENKAST TYPE 2

Bodem 25 x 25 cm. Hoogte 25 cm. De voorwand ontbreekt en is het invlieggat. Ophangen  onder bruggen of uitstekende rotsgedeeltes boven het water. Ook de grote gele kwikstaart  maakt wel eens gebruik van deze kast.

GROTE GELE KWIKSTAARTKAST

Bodem 20 x 16 cm. Hoogte 20 cm. Voorwand ontbreekt = vlieggat. Ophangen onder bruggen of langs de walkant van de riviertjes. Buiten de grote gele kwikstaart gebruikt de winterkoning ook deze kast.

DRAAIHALS

De oplettende lezer zal wel gemerkt hebben dat bij al deze type nestkasten nergens een vermelding “geschikt voor de draaihals” is voorgekomen, niettegenstaande dat deze vogel ook een uitgesproken holenbroeder is. Welnu, de genoemde kleine spechtenkast, de spreeuwenkast, de koolmezenkast en ook de standaardkast komen allen in aanmerking voor de draaihals. Echter dienen wij de kast dan aan te brengen in een zonnig biotoop.


NUTTIGE WENKEN BIJ HET OPHANGEN VAN NESTKASTEN

Als u nestkastjes gaat ophangen op plaatsen welke niet uw eigendom zijn vraag dan vooraf toestemming aan de eigenaar of de beheerders van het terrein. Zonder die toestemming geen kastjes ophangen ! Wanneer het om overheidsterrein gaat zoals Staat, Gemeente, Provincie of terreinen van firma’s, vennootschappen of industrieën of zelfs grote privé domeinen, sluit dan eerst een schriftelijke overeenkomst af.

Zorg er voor dat de zon niet de gehele dag op het kastje kan schijnen, dit zou een sterke temperatuursverhoging met zich kunnen meebrengen.

Het mag ook niet kunnen inregenen in de kast, een gulden regel is veelal het vlieggat naar het oosten gericht waar mogelijk.

Direct voor de vliegopening mogen geen takken hangen, de vogels moeten vrij kunnen aanvliegen.

In eigen tuin kan men voor vele kleine holenbroeders de kast op ooghoogte brengen. In andere terreinen brengt men ze liever wat hoger aan, zodat ze buiten het normale bereik van nieuwsgierigen hangen, wat tot nutteloze verstoring kan leiden.

Wij zorgen er zoveel mogelijk voor dat de katten er niet bij kunnen en zorg voor een goede vaste ophanging zodat ze bij wind en stormweer niet hangen te wiegen. Een zeer goede manier van ophanging is deze door middel van een ophanglat die stevig op de rug van de kast bevestigd is. De ophanglat moet dan wel wat boven en onder de kast uitsteken om ze vast  te maken aan boom, paal of gevel waar men de kast wil ophangen.

Als wij een redelijke bezetting van de nestkasten in het eerste jaar wensen dan moeten wij de kasten beslist voor maart ophangen, beter is nog dit in het najaar te doen. De bosuil bijvoorbeeld bakent zijn broedterritorium al in het late najaar af. Bovendien gebruiken een aantal vogelsoorten zoals spechten, spreeuwen, boomklever, pimpelmees, koolmees en nog andere nestkasten als slaapgelegenheid gedurende de winter. Vermoedelijk wordt er graag is

nestkasten geslapen  omdat daarin de lichaamswarmte van de vogel het meest behouden blijft, bovendien ligt de vochtigheidsgraad ook merkelijk lager in de nestkast dan erbuiten.

CONTROLE EN ONDERHOUD VAN DE NESTKASTEN

Het controleren van de nestkastjes op zijn bewoners kan geen kwaad, als wij het niet te dikwijls en omzichtig doen. Meer dan éénmaal in de week zou niet mogen gecontroleerd worden. In een pas betrokken nestkast is de binding van de vogels met de kast nog erg zwak en worden ze soms verlaten. Bij herhaalde, veelvuldige controle verlaten jonge vogels nog al eens voortijdig het nestblok en vallen dan gemakkelijk ten prooi aan predatoren. Wij zorgen ervoor bij controle de vogels niet te verschrikken, wij kunnen dit doen door zachtjes op de zijwand van de kast te kloppen, vooraleer wij de kast openen. Zo is de vogel gewaarschuwd. “Dit behoort trouwens tot de elementaire vorm van beleefdheid, wij kloppen toch ook eerst aan de deur vooraleer binnen te gaan !”

Controles moeten snel uitgevoerd worden en mag geen vogels verjagen die na het openen van de nestkast op het nest blijven zitten.

Als onderhoud kuisen wij de nestkasten tweemaal per jaar. De eerste maal voor de broedperiode aanbreekt en dit om de vervuiling door het slapen in de winter weg te nemen.

De tweede keer wanneer het broedseizoen beëindigd is. Bij het reinigen nooit insecticide gebruiken om de kast te ontsmetten. Bij de reinigingsbeurt is het voorjaar voeren wij ook de nodige reparaties uit bij beschadiging van de kast. De praktisch niet te herstellen kasten worden vervangen.

Wij letten vooral op de grootte van het vlieggat bij selectieve kasten. Een vergroting van het vlieggat maakt de selectieve doelstelling ervan ongedaan. Een uit de hand gelopen vergroting van het vlieggat kan van de nestkast een moordkuil maken, door dat predatoren er dan goed in kunnen.

NESTKASTEN IN DIENST VAN EEN ORNITHOLOGISCHE STUDIE

Wij bieden de vogels in eerste plaats nestkasten aan, als alternatief voor hetgeen wij mensen aan hen hebben ontnomen, de natuurlijke broedgelegenheden. Er is echter niets op, tegen, om van de nood een deugd te maken, en de kansen te benutten, die de nestkasten ons bieden, om een beter inzicht in het leven van hun bewoners te krijgen. Bij de studie rond de nestkasten eerbiedigen wij echter als regel, dat het welzijn van de vogels op de eerste plaats moet komen. De bewoners van de nestkasten mogen geen nadelige invloed ondergaan van onze bemoeizucht of drang naar kennis. Nestkasten bieden ons een goed waarnemingsveld om veel leefgewoontes van de vogels, holenbroeders, te achterhalen. Aan de bezetting van de kasten, kunnen wij de evolutie van de populatie, doorheen de jaren, in een bepaald gebied, in een bepaalde biotoop volgen. Wij kunnen er een inzicht in krijgen betreffende de voortplantingsdynamiek van het benodigde leef en broedterritorium, hoeveel dagen de nestbouw in beslag neemt, hoe vaak of hoe weinig er partnerwisseling is bij de broedtaak en nog zoveel meer.

Kortom, nestkasten bieden ons allerhande kansen om meer over de leefgewoontes van hun bewoners te weten te komen.

Wie op ornithologisch onderzoek uitgaat, doet er goed aan al zijn nestkasten te nummeren en per nestkast jaarlijks een steekkaart op na te houden, waarop alle gegevens betreffende die kast genoteerd worden. Zowel het type van de kast, plaats en biotoop en de grootte van het bewerkte terrein. Aan de hand van de steekkaart kan er dan een inventarisatie opgemaakt worden waarmee men verschillende richtingen uit kan waardoor men een globaal en totaal inzicht krijgt van alle resultaten

De beginnende ornitholoog en zij die door het verstrekken van enkele nestkasten wat meer leven willen brengen rond hun woning of in de tuin, moeten zich niet laten afschrikken door de grote diversiteit aan nestkasten, nodig bij een verantwoord doelmatig gebruik ervan.

Nestkasten in verhouding van de biotoop op kleine schaal gebruikt, gelijk welk type, zullen nooit een negatieve invloed op het vogelbestand kunnen veroorzaken.

Er is veel, veel nestgelegenheid voor de holenbroeders en halfholenbroeders tekort en met èèn, twee of drie typen nestkasten kan men al een gedeelte van deze nood lenigen, met een standaardkast een spreeuwenkast en een halfholenbroeders niet te na gesproken.

Tenslotte nog dit: mocht uw nestkast het eerste jaar onbewoond blijven, wees dan niet ontgoocheld, volhardt en u zult er uiteindelijk voor beloond worden. Het volgende jaar legt in mei wel een vogeltje een ei.

Samengesteld en uitgegeven door de nationale post veldornithologie van de KBOF.